Misschien heb je al een pan pompoensoep bereid of zit je knus op de bank met een deken en boek op schoot? De bladeren kleuren oranje en de kastanjes vallen van de bomen. Tijdens lange avonden en nachten wordt er heerlijk gegriezeld. Brengen overleden voorouders misschien een bezoek aan ons? Het is weer najaar, de tijd van genoegelijk samenzijn en de tijd van transitie en verandering.

Oude rituelen in een nieuw (chocolade) jasje
Men geloofde vroeger dat de afstand tussen de onderwereld en de bovenwereld op dit moment van het jaar het kleinst is. Communicatie met overledenen is dan het makkelijkste. Nog altijd heten we rond 1 november overleden zielen welkom terug op aarde. Op tal van begraafplaatsen en in kerken worden tijdens Allerheiligen (1 november) en Allerzielen (2 november) kaarsjes aangestoken en gezongen voor de doden. Een extra beetje licht waarmee we onze naasten in de kring sluiten en onszelf eraan herinneren dat het licht weer terugkomt.
Dat hoeft geen droevige bedoening te zijn. In Mexico wordt op 1 en 2 november Día de los Muertos gevierd, een combinatie van Allerheiligen en Allerzielen. In kleurrijke kleding wordt er vrolijk in een kring of een chatoische zwerm gedanst. En er worden zoetigheden aan de voorouders geöfferd, die alleen op die dag kunnen proeven en ruiken van fysiek eten. De graven worden schoongemaakt en het vergankelijke geëerd.
In Nederland kennen we de traditie van vette oliebollen bakken met rozijnen of cranberries. Dit om vruchtbaarheidsgodin en krijger Perchta tevreden te stemmen. Wie geen oliebol at, werd door Perchta aan haar zwaar gekliefd. Met genoeg vet op de buik, gleed Perchta’s zwaard opzij en bleef de gelukkige gespaard voor de winter. Oliebollen zijn deel van het Joelfeest, tien dagen aan feestelijkheden die zijn vervangen door kerst. Daarbij werd ook de bossen ingegaan. Om paddestoelen te verzamelen of om spoken te verjagen en het licht terug te roepen door te blazen op de midwinterhoorn. Daarbij wordt ook gedicht en gezongen. Zo luidt een bekend vers: “Zee blaost um de beurte de bosschop vèdan. Dät ’t duuster mut gaon want ’t lich kump d’r an.”
Al lang geleden werd er voedsel in de vorm van letters geofferd, om de Germaanse god Odin te danken voor het schrift. Hier hebben we de traditie van banket- en chocoladeletters aan te danken. Goden zochten volgens de overlevering altijd meer volgelingen en boden sterfelijke burgers speciale gaven in ruil voor verering. Odin (Wodan in midden-Europa) was de god van de kennis, zoals Athena/Minerva dat was voor de Grieken/Romeinen. Hestia/Hepahustus verzorgde het vuur, Demeter/Ceres het graan. Iedere god had een eigen plek en een eigen offerritueel. Na de komst van het christelijke monotheïsme bleef daar weinig van over. Behalve dat de paganistische natuurgoden in de vorm van heiligen werden gegoten (zoals Sint Willibrord hieronder erg lijkt op Sint Nicolaas). En dat we onze weekdagen dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag nog steeds naar ze vernoemen: Thingsus, Wodan, Donar (Thor) en Freya.

Smullen van de stoof
Het woord herfst komt uit het oud-Nederlandse heruist, een cognaat met het Engelse harvest (dat van het Proto Germaanse harbusta stamt) met de betekenis plukken, snijden en snoeien. In het najaar valt dan ook allerlei moois te oogsten, van appels, peren, druiven en manderijnen tot en met aardperen, winterpostelein, witlof, rode kool, bloemkool, broccoli, prei, spruitjes, venkel en boerenkool. Het seizoen van de hartige smaken, dat volgt op het zoet van de zomer.
De herfst staat ook bekend als het seizoen van de val en de neergang; de temperaturen dalen, het begint vaker te regenen en door de modder van het neergeslagen bladerdek heb je letterlijk meer kans om onderuit te gaan. De herkomst van het woord autumnus is niet helemaal bekend maar linguïsten zien een verband met *h₃ewǵ- (kou) en *h₂sows- (droog). Mogelijk een verwijzing naar het weer en de tijd van het jaar om samen binnen te zitten en voedselwaren te drogen om de winter door te komen.
De Ieren en Schotten vieren Samhain, het begin van de winter en welkom heten van de dood. Daarbij worden vuren gestookt en feestmalen georganiseerd om het einde van de oogstperiode, zelfs het einde van de tijd te vieren. Hier is ook de naam Halloween van afgeleid. Daarna volgt een periode van wachten, die op 1 februari met het feest Imbolc wordt doorbroken. Het leven springt weer op, de insecten kruipen uit de grond en de bloemknopjes komen tevoorschijn. Waarna 1 mei Beltane wordt gevierd, de terugkeer van moedergodin Maia en het begin van de tijd. Op 1 augustus maakt Lughnasadh de cyclus van het zonnewiel compleet en wordt de volheid van het leven gevierd, de hoogste stand in het keltische kruis. Het jaar kan weer opnieuw beginnen.
Tot dusver deze Flessenpost over de herfst. Heb jij een favoriete activiteit in dit seizoen die je anderen wil aanraden? Laat vooral een commentaar / aanbeveling achter.
Overige ontwikkelingen
Op LinkedIn vroeg ik mijn netwerk welke producten / diensten zij graag in mijn toekomstige Tijdwinkel op Utrecht Centraal willen kopen. Hoewel veel mensen ook met eigen ideeën kwamen, bleek de categorie onthaasting erg populair, samen met persoonlijke tijdadvies. Zelf zou ik graag kinetische kunst van David C. Roy aan de muur hangen en natuurlijk enkele prachtige kinderboeken over tijd verkopen (De Kleine Prins en Momo en de Tijdspaarders).
Vanuit Amerika bestelde ik een vintage Disney horloge dat achterstevoren loopt om te kijken of dat een leuk product zou zijn voor in de winkel. De wijzers draaiden wel terug, maar de tijd niet! Helaas blijkt terug de tijd in reizen door entropie vooralsnog onmogelijk. Het horloge bracht me wel vrolijkheid :)
Via het boek Drinkbare Rivieren van Li An Phoa stuitte ik op het werk van Jay Griffiths, een antropologe en schrijfster van het meesterwerk A Sidesways Look at Time. Hoewel het boek in 1999/2002 is geschreven is het nog immens actueel. En vond ik er precies de multidisciplinaire, rijke beschrijving van verschillende soorten tijd die ik zelf ook ervaar. Nieuw voor mij was de tijdsoort Wilde Tijd. Die beschrijft Griffiths als de ruimte om onbevangen te spelen. Maar ook (in positieve zin) helemaal lam worden tijdens carnaval, je overgeven aan het leven, genieten met volle teugen, tegen de rechtlijnige kaders durven ingaan. Haar spitsvondige pen inspireert me om vrijer te werk te gaan tijdens het schrijven.
De geweldige voorstelling Maankoorts van Marjolijn van Heemstra toerde door het land. De speeldata zijn al voorbij maar Marjolijn’s boek In Lichtjaren Heeft Niemand Haast en het essay Wat Is Ruimte Waard zijn allebei enorme aanraders. Hier een prachtige voordracht uit haar dichtbundel Reistijd, Bedtijd, IJstijd in samenwerking met Pyranello. Als je in Amsterdam woont kan je je ook aansluiten bij een avondwandeling van de Nachtwacht, waar burgers de waarde van het duister proberen te herontdekken. Elders in het land voert de organisatie Nacht van de Nacht al jaren campagne voor duisternis. Je kan je aansluiten en lokaal acties ondernemen om een donkere hemel (Dark Sky sanctuary) met meer kosmos voor elkaar te krijgen.
Twee weken geleden had ik de eer om oud-minister van Ruimtelijke Ordening en Milieu Margreeth de Boer te interviewen over het begrip onthaasting. Zij zette dat bij haar ministerie in 1997 op de agenda nadat veel van haar werknemers thuis zaten met een burn-out. Haar opvolger (en work-a-holic) Jan Pronk werd bij zijn aantreden door journalisten gevraagd of het onderwerp tijd niet aan zijn ministerie moest worden toegevoegd (mede door toedoen van toenemende drukte, ziekteverzuim en fileproblematiek). Waarop hij antwoordde: nee, tijd behoort toe aan de persoonlijke levenssfeer. Margreeth de Boer zag wel hoe tijd enorme invloed heeft op besluitvorming en concreter tijdbeleid van waarde kan zijn (zeker ook met betrekking tot het ouderschap). En dat toekomstige generaties hierin een rol zouden moeten spelen.
Afgelopen maand mocht ik twee keer een interview geven. Eén keer over het oprichten van een politieke partij (LEF) en één keer over toekomstdenken. Van een derde persoon hoorde ik dat het maken en de uitslag van de tijd test ontzettend leuk was en mijn website reuze interessant. Ze deelde de tijd test met haar afdeling, waar behoorlijk veel verschillende dieren / tijd types uit naar voren kwam. Ik vond het erg leuk om feedback te krijgen (en schroom niet als je zelf vragen of suggesties over tijd hebt, zo ontving ik ook een interessant artikel over het debat tussen Henri Bergson en Albert Einstein in mijn mailbox).
Afgelopen maandag vierde De Universiteit van Nederland haar tienjarig bestaan met een avond over het stilzetten van de tijd in Carré. Dankzij de bevlogen verhalen van diverse wetenschappers en de muzikale begeleiding door de band van Xander Vrienten en gastoptreden van Dio was het een spectaculaire avond. Als de colleges online verschijnen deel ik ze in een volgende editie van Flessenpost.
Vorig jaar las ik in de krant een leuk artikel over een nieuw concept oeververbinding; de Schommelpont. Via zwaartekracht slingert een titanium capsule sierlijk heen en weer. Het sprak direct mijn verbeeldingskracht aan. Hoe zou het voelen om daarin te zitten? Zou het naast technisch haalbaar ook sociaal mogelijk zijn? En zou het beleven van krultijd erdoor toenemen? Dus besloot ik twee sprekers uit te nodigen, een ruimte te reserveren en 20 kilo K’nex te bestellen om een prototype te maken. Wil je mee schommelen? Dat kan. De middag vindt 21 november om 14.30 plaats op het AMS Instituut (Kattenburgerdwarsstraat 5, gebouw 027W) in Amsterdam. Toegang is gratis maar reserveren is verplicht. Let op, het evenement is Engelstalig.
Hasta la vista baby
Morgen vertrek ik 2,5e week naar Scandinavië om de betekenis van Lagom (de kunst van precies genoeg) te ontdekken. Ik hoop na het afronden van mijn boek Pluk de Tijd weer vaker Flessenpost te versturen. De onderzoeksfase zit er nu op, nu enkel nog de berg van het schrijven beklimmen. Ik hoop eind dit jaar klaar te zijn.